Het werk van Barbara de Vries bestaat uit digitale beeldmontages die worden afgedrukt op Japans papier. Het fotografisch material wordt met behulp van de computer gemonteerd, gedeformeerd en krijgen een gelaagd eigen karakter.
De zachte overgangen doen soms denken aan aquareleren en pastel, technieken die zij gebruikte voordat zij met deze digitale methode begon.
Haar achtergrond als decorontwerper hebben een grote invloed op haar huidige werk: Waar ze eerst het papier in zijn geheel gebruikte en her en der inkepingen gaf, richt ze zich nu ook op het volledig loshalen van elementen van beelden en figuren om deze dan weer samen te voegen in installatie vorm.
In haar meest recente werk ‘Now for something completely different’ laat Barbara de Vries figuren op dun rijstpapier loskomen van de achtergrond. Ze brengt ze de losse elementen samen tot een installatie, waarbij de drie dimensionale met houtlijm geknede poppen lijken te zweven. Ze zijn ieder opgebouwd uit verschillende ledematen en onderdelen wat tot een nieuwe figuratie leidt. De enorme diversiteit van de figuren toont een eigen wereld waarin ieder figuur zich waant, maar ook de gezamenlijkheid van dit gegeven in deze installatie.
Door de verkreukelde en vervormde tekening van de op dun rijstpapier geprinte afbeeldingen wordt het subjektieve beeld aangescherpt en benadrukt.
Met de installaties met deze zwevende figuren schept Barbara een sfeer van vrijheid en euforie. Deze ambivalentie in stemmingen openbaart zich ook achter de facades van haar portretten: wat kan varieëren van totale onschuld tot een hatelijke bozigheid of ook een theatrale vrolijkheid.
Inspiratiebronnen:
Edward Munch de schilder die, net als August Strindberg in zijn toneelwerk, de toeschouwer betrekt in alle existentiële hoedanigheden van zijn personages en niet schuwde om de mens in al zijn kaalheid en vertwijfeling neer te zetten.
Francis Bacon, een van de belangrijkste kunstenaars die de eenzaamheid en de angst van het menselijk bestaan in hallucinerende voorstellingen tot uitdrukking brengt. Hij maakt gebruik van foto’s en reproducties van schilderijen en hanteert een gelaagdheid die vergelijkbaar is met de duistere lagen van de menselijke psyche. Hij ‘scant’ als het ware zijn figuren en hun eigenschappen worden versterkt door de misvormingen van hun gelaat en hun lichaam.
Dezelfde distantie heeft ook Marlene Dumas tegenover haar fotografische bronnen. Voor haar portretten en figuurcomposities is de foto misschien aanleiding, maar die wordt tijdens het schilderen weer losgelaten of zij combineert bepaalde foto’s om tot een nieuw figuur te komen.